aandenken
- aan·den·ken
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | aandenken | aandenkens |
| verkleinwoord | aandenkentje | aandenkentjes |
- samenstelling van aan en denken [1]
het aandenken o
- een herinnering
- Mijn beeld van het mooie landschap is een mooi aandenken aan mijn zomervakantie.
- ▸ Als er onheil dreigde begon het aandenken van een vechtpartij in Ankara op te spelen.[2]
- een object ter herinnering ergens aan
- Veel toeristen nemen klompen als aandenken mee uit Nederland.
- ▸ Ze gooide aandenkens op het bed alsof ze niets te betekenen hadden - een babyarmbandje, een geborduurd lapje.[3]
- [1] gedachtenis
- [2] souvenir
1. een herinnering
2. een object ter herinnering ergens aan
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
- Het woord aandenken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aandenken" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ aandenken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “All-inclusive”
(2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2 - ↑ Amanda Block“De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be