wereldvreemd geleerd persoon; iemand met veel, maar weinig praktische kennis
▸De vader was een begaafd classicus, het cliche van de wereldvreemde professor, de boekengeleerde. Hij 'dook onder' in zijn boeken, ontkende de wereld om hem heen (te beginnen met zijn onmogelijke vrouw) en de Jodenvervolging. Dankzij zijn Klassieken kreeg niets of niemand grip op hem. 'Als hij wordt opgeroepen voor Westerbork neemt hij zijn Plato mee en vergeet hij zijn pyama', zei men over hem.[1]