ref
Uiterlijk
![]() |

- ref
- (verkorting) van referee
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ref | refs |
verkleinwoord | - | - |
de ref m
- (sport) (informeel) persoon die bewaakt dat deelnemers aan een wedstrijd zich aan de spelregels houden
- ▸ De enige speler die met de ref mag spreken is de aanvoerder en ook hij moet op zijn woorden passen.[1]
- Het woord ref staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron
Bastiaan Nagtegaal“Het WK rugby begint: een onmisbare gids om het te kunnen volgen” (18 september 2015) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Verkorting in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal