Naar inhoud springen

zie

Uit WikiWoordenboek
  • zie
vervoeging van
zien

zie

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zien
    • Ik zie. 
  2. gebiedende wijs van zien
    • Zie! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zien
    • Zie je? 
     Bovendien wordt, door af en toe alleen te zijn, de tijd die je samen met je partner of gezin doorbrengt nog waardevoller en zie je veel duidelijker wat echt belangrijk voor je is.[1]
vervoeging van
zien

zie

  1. aanvoegende wijs van zien
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  enkelvoud meervoud
onderwerp voorwerp onderwerp voorwerp
1e persoon (ik)
k
miewieos
2e persoon
(informeel)
doediejoejoe
2e persoon
(formeel)
joejoejoejoe
3e persoon
(mannelijk)
haihomzai
zie
heur
3e persoon
(vrouwelijk)
zai
zie
heur
3e persoon
(onzijdig)
tt

zie

  1. zij
  • zi·e

zie v mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zia